Betekenis 'spreken'

Je hebt gezocht op het woord: spreken.

spreken 1sprechen, reden: een taal spreken eine Sprache sprechen; iem. spreken jmdn. sprechen; dat spreekt vanzelf das versteht sich; spreken voor iem., iets sprechen für jmdn., etwas; hij is slecht te spreken er ist übel gelaunt; we spreken elkaar nader! wir sprechen uns noch!; (aan de telefoon) met wie spreek ik? mit wem spreche ich?; daar spreekt u mee! am Apparat!; (zeer) te spreken zijn over iets mit etwas sehr zufrieden sein; van zich doen spreken von sich reden machen; om niet te spreken van … geschweige denn …; dit voorbeeld spreekt voor zich(zelf) dieses Beispiel spricht für sich; spreken is zilver, zwijgen is goud Reden ist Silber, Schweigen ist Gold; in zichzelf spreken Selbstgespräche führen; bij wijze van spreken (a) sozusagen; (b) zum Beispiel

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.