Betekenis 'visa'
Je hebt gezocht op het woord: visa.
visa (m; meervoud: visas) 1visum, stempel, paraaf2goedkeuring
1viser à (onovergankelijk werkwoord) 1richten, mikken op2(figuurlijk) streven naar, beogen
2viser (overgankelijk werkwoord) 1(+ à) richten, mikken (op)2het (op iem.) gemunt hebben: se sentir visé (a) zich een mikpunt voelen; (b) iets persoonlijk opvatten; tu te sens visé ? denk je dat ze jou bedoelen?3beogen, nastreven4viseren, van een visum voorzien5paraferen, voor gezien tekenen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.