Betekenis 'trou'
Je hebt gezocht op het woord: trou.
trou (m) 1gat, gaatje, opening, kuil, hol, (figuurlijk) leemte, lacune: boucher un trou een gat dichten (ook figuurlijk); creuser un trou een kuil graven; (luchtvaart) trou d'air luchtzak; (informeel) trou de balle (a) (informeel) reet; (b) (figuurlijk; beledigend) oen, idioot; trou du cul (a) (vulgair) reet; (b) (figuurlijk, informeel; scheldwoord) klootzak; trou de mémoire wat niet te binnen wil schieten, black out; boire comme un trou zuipen, drinken als een spons2(golf) hole3gat, tekort in kas4gat, negorij5(informeel) bajes
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.