Betekenis 'tranche'
Je hebt gezocht op het woord: tranche.
tranche (v) 1snee, plak, schijf, moot, stuk: une tranche de vie een greep uit het leven; tranche de gâteau stuk taart; tranche de viande stuk vlees2bilstuk (van een rund)3snee (van een boek)4rand (van een munt)5deel van een lening6trekking (van een loterij)7groep cijfers (van een getal)8groep, categorie: tranche d'âge leeftijdsgroep; tranche d'imposition belastingschijf
tranché, tranchée 1duidelijk: il a des opinions très tranchées hij heeft uitgesproken meningen
1trancher (onovergankelijk werkwoord) 1(+ sur, avec) afsteken, scherp uitkomen tegen, contrasteren met2doortastend optreden: trancher dans le vif het mes erin zetten
2trancher (overgankelijk werkwoord) 1af-, doorsnijden, snijden: machine à trancher snijmachine2(m.b.t. moeilijkheid) een eind maken aan, oplossen: trancher la question de knoop doorhakken
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.