Betekenis 'tata'
Je hebt gezocht op het woord: tata.
tata (v) 1(kindertaal) tante2(informeel) nicht (homo)
1tâter de (onovergankelijk werkwoord) 1(informeel) kennismaken met
2tâter (overgankelijk werkwoord) 1betasten, bevoelen2polsen: tâter le pouls à (a) de pols voelen; (b) (figuurlijk) aan de tand voelen; tâter le terrain het terrein verkennen, poolshoogte nemen; tâter de proberen, aftesten
se 3tâter (wederkerend werkwoord) 1zich bezinnen2aarzelen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.