Betekenis 'tant'
Je hebt gezocht op het woord: tant.
1tant (m) 1le tant de zoveelste (van de maand)
2tant (bijwoord) 1zoveel, zo, zolang, zover: tant mieux des te beter, gelukkig; tant pis niets aan te doen, jammer; tant que zolang als, zoveel als, zover als; tant … que zowel … als; en tant que als, in de hoedanigheid van; si tant est que gesteld dat; vous m'en direz tant (a) ik heb het door; (b) dat verbaast me niks; tant soit peu (ook maar) enigszins; tant bien que mal zo goed en zo kwaad als het gaat; (pas) tant que ça (niet) zoveel, (niet) zo erg; gagner tant par mois (zo- en) zoveel per maand verdienen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.