Betekenis 'tache'

Je hebt gezocht op het woord: tache.

tache (v) 1vlek, plek, (figuurlijk) smet: faire tache uit de toon vallen; faire tache d'huile zich steeds verder uitbreiden, een sneeuwbaleffect hebben; tache de rousseur sproet; sans tache onberispelijk tâche (v) 1taak, opdracht: mourir à la tâche in het harnas sterven; s'acquitter d'une tâche een taak vervullen; tu ne me facilites pas la tâche je maakt het me niet gemakkelijk; travail à la tâche stukwerk 1tacher (overgankelijk werkwoord) 1vlekken, vlekken maken op, bevlekken, (figuurlijk) bezoedelen se 2tacher (wederkerend werkwoord) 1vlekken krijgen op zijn kleren: se tacher vite besmettelijk zijn tâcher 1(+ de) trachten, pogen te: tâche d'être à l'heure zorg dat je op tijd bent2(+ que; + subjonctif) ervoor zorgen dat

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.