Betekenis 'porter'

Je hebt gezocht op het woord: porter.

1porter (onovergankelijk werkwoord) 1(+ sur) steunen, rusten op2(+ sur) slaan, stoten tegen3(+ sur) slaan op, betrekking hebben op, gaan over: porter sur les nerfs op de zenuwen werken4dragen, reiken, een zekere draagwijdte hebben, raken, het doel treffen, zijn uitwerking niet missen, indruk maken5(van dieren) zwanger zijn, drachtig zijntout porte à croire que er is alle reden om te geloven dat 2porter (overgankelijk werkwoord) 1dragen (in vele betekenissen), meevoeren, aan hebben2brengen, bezorgen, meebrengen, (figuurlijk) behelzen, inhouden: porter atteinte à afbreuk doen aan; porter son attention sur zijn aandacht richten op; porter bonheur geluk brengen; porter qqch. à la connaissance de qqn. iets ter kennis van iem. brengen; porter un coup een klap, een knauw geven; porter disparu als vermist vermelden; porter à l'écran verfilmen; porter à la scène voor het toneel bewerken; porter la main sur de hand leggen op; porter plainte een klacht indienen; porter au pouvoir aan de macht brengen; porter remède à qqch. iets verhelpen; porter secours à hulp verlenen aan; porter témoignage getuigen; porter un toast een dronk uitbrengen3(ver)tonen4(+ à) brengen, bewegen, aanzetten, drijven tot: être porté à geneigd zijn totil est porté sur la bonne chère hij mag graag lekker eten; elle est portée sur la bagatelle (of: la chose) ze houdt van seks se 3porter (wederkerend werkwoord) 1(het) maken: il se porte bien hij maakt het goed2gedragen worden3gaan, stromen, zich richten: la voiture s'est portée sur la gauche de auto week uit naar links4(+ à) vervallen tot, komen tot5zich presenteren als: se porter candidat zich kandidaat stellen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.