Betekenis 'plus'
Je hebt gezocht op het woord: plus.
1plaire (onovergankelijk werkwoord) 1bevallen, aanstaan, in de smaak vallen bij: ça te plaît ? vind je dat leuk?; s'il vous plaît alstublieft (in België ook wanneer je iets aanreikt); garçon, l'addition s'il vous plaît ! ober, afrekenen graag!
se 2plaire (wederkerend werkwoord) 1elkaar mogen: (informeel; schertsend) il commence à me plaire ik krijg de kriebels van hem2(+ à) plezier hebben in, houden van3graag zijn: se plaire avec qqn. graag met iem. omgaan; se plaire dans la solitude graag alleen zijn; je me plais à la campagne het bevalt me op het platteland
1plus (m) 1het meeste: le plus de mal het meeste kwaad; (tout) au plus hoogstens, ten hoogste2pluspunt: la connaissance de l'espagnol est un plus kennis van de Spaanse taal is een pre
2plus (bijwoord) 1meer: plus beau mooier; le plus de meeste, het meest; le plus beau de mooiste; plus de meer dan; il est plus de six heures het is over zessen; les plus de soixante ans de zestigplussers; plus d'un menig; j'ai plus d'argent que lui ik heb meer geld dan hij; ce qu'il y a de plus difficile het allermoeilijkste; un homme des plus fidèles uiterst trouw man; d'autant plus (que) des te meer (omdat), temeer omdat; de plus bovendien; un an de plus een jaar meer; une fois de plus voor de zoveelste maal, alweer; de plus en plus hoe langer hoe meer; en plus de behalve, buiten; jamais plus nooit meer; plus ou moins min of meer; plus un jour à perdre ! geen dag meer te verliezen!; situation on ne peut plus difficile uiterst moeilijke toestand; plus il chante fort, plus les gens quittent la salle hoe harder hij zingt, hoe meer mensen de zaal verlaten; le plus de … possible zoveel mogelijk; plus que jamais meer dan ooit; il est plus que temps het is hoog tijd; il est plus bête que méchant hij is eerder dom dan boosaardig; rien de plus niets meer; sans plus de difficultés zonder verdere moeilijkheden; le plus souvent meestal; au plus tard op zijn laatst2(meestal met ne) niet meer: elle n'est plus zij is niet meer; ne plus du tout helemaal niet meer; ne jamais plus nooit meer; (pas) non plus ook niet, evenmin; moi non plus ik ook niet; pas plus que evenmin als; il n'y a plus que lui alleen hij is er nog; il ne manquait plus que ça ! ook dat nog!3plus, en: la moitié des voix plus une de helft van de stemmen plus één¶(informeel) à plus ! (tot) later!
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.