Betekenis 'plat'

Je hebt gezocht op het woord: plat.

1plat (m) 1platte, vlakke kant, plat (van de hand), blad, plat stuk (van een weg): (informeel) faire du plat hielen likken, vleien2schaal, schotel, groot bord, gang, maaltijd, gerecht: de bons petits plats lekkere hapjes; plat de résistance hoofdgerecht; plat du jour dagschotel; plat unique eenpansmaaltijd; œuf sur le plat spiegelei; (figuurlijk) mettre les petits plats dans les grands vorstelijk onthalen; (figuurlijk) en faire tout un plat veel drukte maken om 2plat, plate (bijvoeglijk naamwoord) 1plat, vlak, effen, sluik (van haren): avoir la bourse plate platzak zijn; calme plat windstilte (op zee); être à plat (a) erg moe zijn; (b) een lekke band hebben; (c) down zijn; soulier plat schoen met lage hak; à plat ventre op zijn buik (liggend); (figuurlijk) se mettre à plat (ventre) devant qqn. voor iem. kruipen; mettre un problème à plat een probleem grondig analyseren2zonder smaak, platvloers, banaal, alledaags: eau plate water zonder prik3onderdanig, kruiperig

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.