Betekenis 'place'
Je hebt gezocht op het woord: place.
place (v) 1plaats, ruimte: place assise zitplaats; à sa place … in zijn plaats, als ik hem was …; remettre qqn. à sa place iem. op zijn nummer zetten; mettre en place (a) plaatsen; (b) organiseren, instellen; mise en place plaatsing, organisatie, instelling; ne pas tenir en place niet stil kunnen zitten; laisser sur place achterlaten; tout est en place alles staat klaar; place de parking (auto)parkeerplaats; (figuurlijk) les places sont chères de concurrentie is hevig, er zijn veel gegadigden2baantje, betrekking: gens en place hooggeplaatste personen3plein: la place publique (figuurlijk) de openbaarheid4vesting, garnizoensplaats5beurs: sur la place de Paris op de Parijse beurs6(België) vertrek, kamer7entreekaartjes: des places de cinéma bioscoopkaartjes
placé, placée 1geplaatst: je suis bien placé pour le savoir ik kan het weten; avoir le cœur bien placé het hart op de rechte plaats hebben
1placer (overgankelijk werkwoord) 1plaatsen, leggen, zetten, zijn plaats wijzen, stellen: placer un mot een duit in het zakje doen2een betrekking vinden voor, te werk stellen3aan de man brengen4investeren, beleggen
se 2placer (wederkerend werkwoord) 1plaats nemen, zich plaatsen, geplaatst worden: se placer sous la protection de qqn. zich onder iemands bescherming stellen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.