Betekenis 'pied'
Je hebt gezocht op het woord: pied.
pied (m) 1voet (van een mens): à pied te voet; avoir pied grond onder de voeten hebben; de pied en cap van top tot teen; (figuurlijk) casser les pieds zeuren, oervervelend zijn; coup de pied schop, trap; (figuurlijk) ne savoir sur quel pied danser niet weten waar men zich aan moet houden; (portrait) en pied ten voeten uit; faire du pied à qqn. iem. voetjes geven, met de voet aanstoten; (figuurlijk) faire des pieds et des mains hemel en aarde bewegen; (figuurlijk) de pied ferme standvastig, vastberaden; (figuurlijk) fouler aux pieds met voeten treden; se lever du pied gauche met het verkeerde been uit bed stappen; (figuurlijk) au pied levé onvoorbereid; (figuurlijk) pieds et poings liés aan handen en voeten gebonden; (figuurlijk) mettre à pied ontslaan, schorsen; perdre pied (a) geen grond meer voelen; (b) (figuurlijk) van zijn stuk raken; avoir le pied marin zeebenen hebben; mettre les pieds dans le plat tactloos optreden, een blunder begaan; (figuurlijk) mettre sur pied in het leven roepen, op touw, op poten zetten, opzetten, organiseren; mettre pied à terre (a) afstijgen; (b) voet aan wal zetten; (figuurlijk) il est bête comme ses pieds hij is oerdom; à pieds joints (a) met aaneengesloten voeten; (b) (figuurlijk) zonder aarzelen2poot (van dieren, meubels), statief3voet (onderste gedeelte): pied du lit voeteneind; à pied d'œuvre (a) vlak bij het werk (de bouw); (b) klaar om aan de slag te gaan; retomber sur ses pieds weer op zijn pootjes terechtkomen; pied de vigne wijnstok4voet (maat): pied à coulisse schuifmaat5genot: prendre son pied genieten, klaarkomen; c'est le pied dat is te gek6versvoet¶au pied de la lettre letterlijk
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.