Betekenis 'passage'
Je hebt gezocht op het woord: passage.
passage (m) 1(het) passeren, voorbijgaan, doortrekken, langstrekken, oversteken, doortocht, overtocht: passages nuageux overtrekkende wolkenvelden; de passage (a) op doorreis; (b) kortstondig; examen de passage (a) overgangsexamen; (b) herkansing2(+ à) overgang naar: passage à vide dood punt, black out3doorgang, gang, engte, passage (overdekte winkelstraat), oversteekplaats: passage clouté oversteekplaats voor voetgangers, zebra(pad); passage à niveau overweg; passage interdit verboden toegang; passage protégé voorrangskruising; passage souterrain voetgangerstunnel, verkeerstunnel; lieu de passage doorgangsweg, druk punt; céder le passage voorrang verlenen; laissez le passage laat de doorgang vrij; livrer passage à doorlaten; barrer le passage à qqn. iem. de doorgang versperren, in de weg staan¶passage à tabac aframmeling; prendre au passage onderscheppen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.