Betekenis 'paire'
Je hebt gezocht op het woord: paire.
1pair (m) 1gelijke: être de pair à égal avec qqn. op voet van gelijkheid met iem. zijn; aller de pair (avec) gelijke tred houden, samengaan, gepaard gaan (met); hors (de) pair ongeëvenaard, zonder weerga2(handel) pariteit: au pair a pari¶au pair au pair, tegen kost en inwoning
2pair, paire (bijvoeglijk naamwoord) 1(van een getal) even
paire (v) 1paar, span, stel, tweetal: paire de ciseaux schaar; paire de lunettes bril; (figuurlijk) ils font la paire ze zijn aan elkaar gewaagd; (figuurlijk) c'est une autre paire de manches dat is andere koek
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.