Betekenis 'nouer'

Je hebt gezocht op het woord: nouer.

1nouer (overgankelijk werkwoord) 1knopen, vastknopen, strikken, vastmaken, binden, bijeenbinden, ombinden: nouer une cravate een stropdas knopen2(een gesprek) aanknopen, (vriendschap) sluiten: nouer des relations betrekkingen aanknopen3(een complot) smedenun sanglot lui noua la gorge hij had een brok in de keel se 2nouer (wederkerend werkwoord) 1zich ineenstrengelen2aangeknoopt, gesloten worden (gesprek, vriendschap)3beginnen: le drame se noue het wordt nu een echt drama

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.