Betekenis 'main'

Je hebt gezocht op het woord: main.

main (v) 1hand, handigheid, bedrevenheid: à pleines mains royaal, overvloedig; main courante (a) trapleuning; (b) (politie) meldingenregister; déposer une main courante een melding maken van een incident of misdrijf; attaque à main armée gewapende overval; de sa (of: ses) propre(s) main(s) eigenhandig; de la main à la main onderhands; sous la main bij de hand, binnen bereik; haut les mains ! handen omhoog!; haut la main zonder moeite, heel makkelijk; avoir les mains lisses de handen vrij hebben; avoir les mains liées gebonden zijn; donner un coup de main een handje helpen; ne pas y aller de main morte (a) erop los slaan; (b) het al te bont maken; avoir la main haute de lakens uitdelen; écrit à la main met de hand geschreven; ils ont gagné haut la main zij hebben makkelijk gewonnen; faire main basse sur qqch. iets in de wacht slepen; forcer la main à qqn. iem. dwingen; mettre la main à l'ouvrage (of: à la pâte) de handen uit de mouwen steken; passer la main passen, het opgeven; mettre la main sur qqch. (a) iets in beslag nemen; (b) iets te pakken krijgen, bemachtigen; prendre une affaire en main(s) een zaak aanpakken, op zich nemen; se prendre en main zichzelf aanpakken; être pris la main dans le sac op heterdaad betrapt worden; prêter la main à helpen; remettre en mains propres persoonlijk ter hand stellen; en venir aux mains handgemeen raken; tendre la main de hand ophouden; un tour de main in een handomdraai; être en bonnes mains in goede handen zijn2handschrift3(sport) hands!4(kaartspel) voorhand

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.