Betekenis 'joue'

Je hebt gezocht op het woord: joue.

joue (v) 1wang: coucher (of: mettre) en joue aanleggen (een geweer); joue de cabillaud kibbeling 1jouer (onovergankelijk werkwoord) 1spelen: à vous de jouer u bent aan zet; bien joué ! goed gedaan!; jouer à un jeu een spel spelen; jouer au foot voetballen; jouer au tennis tennissen; jouer aux courses gokken (bij paardenrennen); jouer aux dames dammen; jouer à la bourse speculeren; jouer sur les mots woordspelingen maken2(van een instrument) spelen, bespelen: jouer du piano pianospelen3werken, zich bewegen, speling hebben: faire jouer laten werken; le temps joue en sa faveur de tijd werkt in zijn voordeeljouer des coudes zijn ellebogen gebruiken 2jouer (overgankelijk werkwoord) 1spelen: jouer gros (jeu) grof spelen; il joue bien son jeu hij legt het handig aan; jouer le jeu de qqn. iem. in de kaart spelen; il faut jouer le jeu je moet het spel volgens de regels spelen; jouer un tour à qqn. iem. een poets bakken2uitspelen: jouer une carte een kaart uitspelen; jouer un pion (a) (schaken) een pion verzetten; (b) (dammen) een damschijf verzetten3inzetten: jouer sa vie zijn leven op het spel zetten; jouer sa fortune zijn geld wagenjouer de son autorité zijn gezag uitspelen se 3jouer (wederkerend werkwoord) 1gespeeld worden, zich afspelen2op het spel staan3(+ de) spotten met, maling hebben aan, aankunnen: se jouer des difficultés de moeilijkheden aankunnen; (comme) en se jouant spelenderwijs

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.