Betekenis 'honneurs'
Je hebt gezocht op het woord: honneurs.
honneur (m) 1eer, eergevoel: en l'honneur de ter ere van; (schertsend) en quel honneur ? ter ere van wie (of: wat)?; au champ d'honneur op het veld van eer; croix d'honneur erekruis; dame d'honneur hofdame; demoiselle d'honneur bruidsmeisje; doigt d'honneur opgestoken middelvinger; garçon d'honneur bruidsjonker; parole d'honneur erewoord; point d'honneur eergevoel; être à l'honneur gevierd worden; à qui ai-je l'honneur ? met wie heb ik het genoegen?; vin d'honneur receptie; être en honneur in aanzien, in de mode zijn; faire honneur à (a) eer bewijzen aan, eer aandoen; (b) nakomen, gestand doen, honoreren; mettre son point d'honneur er een eer in stellen
honneurs (meervoud, m) 1eerbewijzen, ereambten, (bridge) hoge kaarten, honneurs: honneurs militaires militaire eer; honneurs funèbres laatste eer; faire les honneurs de honneurs waarnemen; faire les honneurs d'une maison à qqn. iem. gastvrij ontvangen; obtenir les honneurs de guerre vrije aftocht krijgen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.
