Betekenis 'gros'
Je hebt gezocht op het woord: gros.
1gros (m), grosse (v) 1dikkerd2gros, merendeel: le plus gros est fait het meeste werk is gedaan3groothandel: prix de gros groothandelsprijs; commerce de gros groothandel
2gros, grosse (bijvoeglijk naamwoord) 1dik, groot, zwaar: en gros caractères groot gedrukt, dik gedrukt; avoir le cœur gros verdrietig zijn; grosse voix zware stem2groot, belangrijk: une grosse affaire een belangrijk bedrijf, een omvangrijke zaak; une affaire de gros sous een zaak waar veel geld mee is gemoeid; il a la grosse tête hij voelt zich gewichtig; grosse averse zware bui; gros bonnet, grosse légume hoge piet3grof, ruw: grosse mer ruwe zee; gros rire vettige lach; grosse plaisanterie onsmakelijke grap; gros mot scheldwoord; c'est un peu gros dat is wat overdreven¶gros de vol van
3gros (bijwoord) 1groot: écrire gros met grote letters schrijven; en gros in grote lijnen, globaal, grofweg, grosso modo; vente en gros groothandel2veel: gagner gros grof geld verdienen; il y a gros à parier que … wedden dat …; risquer gros een groot risico lopen¶en avoir gros sur le cœur het er erg moeilijk mee hebben
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.