Betekenis 'grand'
Je hebt gezocht op het woord: grand.
1grand (m), grande (v) 1volwassene2belangrijk iem.: les grands de ce monde de groten der aarde
2grand, grande (bijvoeglijk naamwoord) 1groot (in de ruimte): un grand bâtiment een hoog gebouw; un homme (très) grand een lange man; grand magasin warenhuis2aanzienlijk, ruim bemeten: un grand bruit een flink lawaai; le Grand Nord het hoge Noorden; grand blessé zwaar gewonde; grand âge hoge leeftijd; grand froid strenge kou; à grands frais (a) met hoge kosten; (b) met veel moeite; deux grandes heures ruim twee uur; à grands pas met rasse schreden; grand soupir diepe zucht; au grand air in de openlucht3onbelemmerd: au grand jour open en bloot; éclater au grand jour aan het licht komen; au grand jamais nooit ofte nimmer4belangrijk: les grandes puissances de grote mogendheden; une grande affaire een belangrijke kwestie; un grand homme een groot man; grand vin voortreffelijke wijn5(m.b.t. personen) volwassen: les grandes personnes de grote mensen
3grand (bijwoord) 1in ruime mate: porte grand(e) ouverte (met) wijd open deur2in het groot: en grand in het groot, op grote schaal; voir grand grote plannen hebben, de dingen groot zien
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.