Betekenis 'fou'
Je hebt gezocht op het woord: fou.
1fou (m) 1dwaas, krankzinnige, nar: plus on est de fous plus on rit hoe meer zielen hoe meer vreugde; fou furieux dolleman; une histoire de fous een idioot verhaal2loper (in schaakspel)¶fou de Bassan jan-van-gent (vogel)
2fou, folle (bijvoeglijk naamwoord; m voor klinker of aangeblazen h: fol) 1gek, krankzinnig, dwaas, dol: fou à lier knettergek; c'est fou (a) te gek; (b) dat is idioot; fou de (qqch.) verzot op (iets); fou de (qqn.) verliefd op (iem.); fou d'amour smoorverliefd; mèche folle weerbarstige haarlok; ça me donne un mal fou dat doet me ontzettend veel pijn2uitzinnig, buitensporig: avoir le fou rire de slappe lach hebben; un argent fou enorm veel geld; un monde fou waanzinnig veel mensen; un succès fou een waanzinnig succes¶herbes folles onkruid; c'est fou ce que c'est cher belachelijk zo duur als dat is
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.
