Betekenis 'coup'
Je hebt gezocht op het woord: coup.
coup (m) 1slag, stoot, steek, schot, (plotselinge) beweging: après la grève, l'économie accuse le coup de economie heeft te lijden onder de staking; avoir le coup er de slag van hebben; sur le coup de midi op slag van twaalven; cela m'a donné un coup dit heeft me van streek gemaakt; (informeel) faire les quatre cents coups erop los leven; il en a pris un coup dat was voor hem een harde slag; tenir le coup het uithouden, volhouden; cela vaut le coup dat is de moeite waard; donner un coup de balai vegen; un coup bas een stoot onder de gordel; coup de bec vinnige uitval; coup de canon kanonschot; coup de ciseaux knip met de schaar; coup de collier ruk; coup dur tegenslag; (sport) coup d'envoi aftrap; coup d'épingle speldenprik (ook figuurlijk); coup d'essai eerste poging; coup de feu schot; le coup est parti het schot klonk; coup de fil telefoontje; coup de foudre (a) bliksemslag, donderslag; (b) liefde op het eerste gezicht; coup franc vrije schop (voetbal); coup de grâce genadeslag; coup de Jarnac gemene streek; donner un coup de main een handje helpen; coup d'œil blik, oogopslag, oogje; coup de pied schop; coup de pompe plotselinge vermoeidheid; coup de sifflet fluitsignaal, fluitje; coup de soleil zonnesteek; prendre un coup de soleil verbranden (in de zon); coup de sonnette het bellen, bel; coup de téléphone telefoontje; coup de tête (a) kopstoot, kopbal; (b) onbezonnen daad; coup de tonnerre donderslag (ook figuurlijk); coup de vent windvlaag, rukwind; entrer en coup de vent binnenstuiven2streek, zet (ook bij spel), daad: coup d'État staatsgreep; coup de théâtre onverwachte wending; (informeel) être dans le coup erbij betrokken zijn, meedoen, ervan weten; il m'a déjà fait le coup zo'n poets heeft hij mij al meer gebakken; c'est lui qui a fait le coup hij is de schuldige; coup de fortune gelukkig toeval; gagner à tous les coups telkens winnen; coup de maître meesterlijke zet; mauvais coup gemene streek; manquer son coup zijn slag niet kunnen slaan; (informeel) mettre qqn. dans le coup iem. in de zaak betrekken; monter un coup à qqn. iem. erin laten lopen; sale coup (a) gemene streek; (b) tegenvaller3teug: boire (of: prendre) un coup een glaasje drinken; boire à petits coup voorzichtig, met kleine slokjes, drinken; d'un seul coup in één teug¶après coup naderhand, achteraf; du même coup tegelijkertijd; du premier coup meteen, dadelijk; coup sur coup slag op slag, zonder tussenpoos; être sur un coup iets op het oog hebben; à coup sûr zeker; à coups de … met (behulp van) veel …; être sous le coup de bedreigd worden met, onder de invloed zijn van; sous le coup de l'émotion door de emotie; tout à coup, tout d'un coup plotseling, ineens; tué sur le coup op slag gedood; sans coup férir zonder slag of stoot; (juridisch) être condamné pour coups et blessures veroordeeld worden voor het veroorzaken van lichamelijk letsel
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.