Betekenis 'couches'
Je hebt gezocht op het woord: couches.
couche (v) 1bed2luier3laag: couche de neige sneeuwlaag, sneeuwdek; couche de peinture verflaag; les couches sociales de sociale klassen4broeibed¶fausse couche miskraam; (informeel) en rajouter une couche (a) koppig volhouden; (b) er nog een schepje bovenop doen
couché, couchée 1liggend, in bed: être couché (a) liggen; (b) in bed zijn; écriture couchée schuin schrift; papier couché kunstdrukpapier; le soleil est couché de zon is onder; au pied, couché ! hier! koest!
1coucher (m) 1het naar bed gaan2ondergang (van de zon)
2coucher (onovergankelijk werkwoord) 1slapen, overnachten: coucher à la belle étoile onder de blote hemel slapen; coucher avec qqn. met iem. naar bed gaan, seks hebben met iem.¶nom à coucher dehors onmogelijke naam
3coucher (overgankelijk werkwoord) 1naar bed brengen, neerleggen, doen overhellen, neerbuigen: la pluie a couché les blés de regen heeft het koren neergeslagen2opschrijven: coucher par écrit boeken, op schrift stellen; coucher sur son testament in zijn testament zetten¶coucher en joue aanleggen, mikken op
se 4coucher (wederkerend werkwoord) 1gaan liggen: couche(-toi) ! af! koest!2naar bed gaan, gaan slapen: se coucher comme les poules met de kippen op stok gaan; (informeel) allez vous coucher laat me met rust3ondergaan (van de zon)
couches (meervoud, v) 1bevalling: être en couches in het kraambed liggen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.