Betekenis 'bien'
Je hebt gezocht op het woord: bien.
1bien (m) 1(het) goede, iets goeds, weldaad: faire le bien goed doen; cela fait du bien dat doet een mens goed; grand bien vous fasse het beste ermee (ironisch); mener à bien tot een goed einde brengen; pour son bien voor zijn eigen bestwil; vouloir du bien à qqn. iem. goedgezind zijn, het beste met iem. voorhebben2goed, bezitting, vermogen: avoir du bien er warmpjes bij zitten; bien de consommation verbruiksartikelen; biens immeubles onroerende goederen, zaken; biens meubles roerende goederen, zaken; périr corps et biens met man en muis vergaan
2bien (bijwoord; onveranderlijk; soms ook bijvoeglijk naamwoord) 1goed, wel, mooi, elegant, behoorlijk, flink, aangenaam, voordelig, gunstig: aller bien (a) goed staan; (b) gezond zijn; (c) goed gaan; tu vas bien ? alles goed met je?; c'est bien lui zo is hij precies, net wat voor hem; cela n'est pas bien dat is niet mooi; faire bien goed handelen; bien faire doen wat je moet doen; faire bien de er goed aan doen om; c'est bien fait ! dat heb je verdiend!; il est bien vu hij staat goed aangeschreven; un type bien een prima vent2zeer, veel, erg: bien plus (a) veel meer; (b) wat nog erger is; bien propre (a) goed schoon; (b) netjes3(+ des (du, de la)) heel veel: bien d'autres heel veel anderen4ongeveer, wel, minstens: il y a bien une heure qu'il est sorti hij is al zeker een uur weg5(+ que; + subjonctif) hoewel: bien que je sois fatigué, je viendrai avec vous hoewel ik moe ben, ga ik met jullie mee; si bien que (+ indicatif) zo(danig) dat, met het gevolg dat; tant bien que mal zo goed en zo kwaad als het gaat6wel: eh bien welnu, nou; je viendrais bien avec vous ik zou graag met jullie mee willen; vouloir bien graag willen; merci de bien vouloir … vriendelijk verzoek om …
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.