Betekenis 'appel'
Je hebt gezocht op het woord: appel.
appel (m) 1(het) roepen, (ge)roep, roepstem, oproep: faire appel à een beroep doen op; un appel d'offres aanbesteding (bij inschrijving); produit d'appel (figuurlijk) lokkertje2(het) afroepen, appel3beroep: faire appel in hoger beroep gaan; sans appel (a) in hoogste instantie; (b) onherroepelijk; victoire sans appel verpletterende overwinning4signaal, teken: faire des appels de phare lichtsignalen geven; appel téléphonique telefoontje; j'ai un appel ik word gebeld; l'arrivée d'un appel een inkomend gesprek; appel en absence gemiste oproep¶appel d'air trek (van een schoorsteen); (sport) prendre son appel afzetten
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.