Betekenis 'affaire'
Je hebt gezocht op het woord: affaire.
affaire (v) 1zaak (in alle betekenissen), kwestie: affaire de kwestie van …; avoir affaire à te doen hebben met; connaître son affaire zijn vak verstaan, van wanten weten; la belle affaire ! wat zou dat!; c'est mon affaire dat gaat mij aan; c'est une affaire ! prima koop!; j'en fais mon affaire ik neem het op me; il est hors d'affaire hij is buiten gevaar; l'affaire est dans le sac het is voor de bakker; tirer qqn. d'affaire iem. uit de brand/moeilijkheden helpen; c'est toute une affaire het is een heel gedoe, een hele drukte; (België) être en affaire opgewonden zijn2rechtszaak: affaire criminelle strafzaak; affaire de mœurs zedenmisdrijf; être sur une affaire iets op het oog hebben, aan een zaak werken, een zaak op het spoor zijn
affairé, affairée 1druk (bezig), bedrijvig
s'affairer 1druk in de weer zijn
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.