Betekenis 'word'
Je hebt gezocht op het woord: word.
1word (zelfstandig naamwoord) 1woord, (gesproken) uiting: words tekst, woorden (van liedje); have a word in s.o.'s ear iem. iets toefluisteren; by word of mouth mondeling; put words in(to) s.o.'s mouth iem. woorden in de mond leggen; right from the word go vanaf het begin; words fail me woorden schieten mij tekort; say the word een seintje geven; take s.o. at his word iem. aan zijn woord houden; word for word woord voor woord, woordelijk; in other words met andere woorden; put into words onder woorden brengen; have a word with s.o. iem. (even) spreken; have words with s.o. woorden hebben met iem.2(ere)woord, belofte: he is as good as his word wat hij belooft doet hij; I give you my word for it ik verzeker het je op mijn erewoord; keep one's word (zijn) woord houden; take s.o.'s word for it iem. op zijn woord geloven3(wacht)woord, bevel: his word is law zijn wil is wet4nieuws, bericht, boodschap: the word got round that het bericht deed de ronde dat; send word of berichten¶eat one's words zijn woorden inslikken, iets terugnemen; I could not get a word in edgeways ik kon er geen speld tussen krijgen; weigh one's words zijn woorden wegen
2word (overgankelijk werkwoord) 1verwoorden, onder woorden brengen: I received a carefully worded letter ik kreeg een brief die in zorgvuldige bewoordingen gesteld was
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.