Betekenis 'way'

Je hebt gezocht op het woord: way.

1way (zelfstandig naamwoord) 1weg, route: (figuurlijk) things are going his way het zit hem mee; lose the (of: one's) way verdwalen, de weg kwijtraken; (figuurlijk) pave the way (for sth., s.o.) de weg effenen (voor iets/iem.); (figuurlijk) pay one's way geen schulden maken, zonder verlies werken; work one's way through college werkstudent zijn; way in ingang; way out uitgang, (figuurlijk) uitweg; better weather is on the way er is beter weer op komst; on the way out op weg naar buiten, (informeel, figuurlijk) uit (de mode) rakend; that's the way (it is, goes) zo gaat het nu eenmaal2manier, wijze, gewoonte, gebruik, (negatief) hebbelijkheid: way of life levenswijze; way of thinking denkwijze; in a big way (a) op grote schaal; (b) grandioos; (c) met enthousiasme; go the right (of: wrong) way about sth. iets op de juiste (of: verkeerde) wijze aanpakken; (figuurlijk) find a way een manier vinden, er raad op weten; set in one's ways met vast(geroest)e gewoontes; one way and another alles bij elkaar (genomen); one way or another (of: the other) op de een of andere manier; there are no two ways about it er is geen twijfel (over) mogelijk3richting: look the other way de andere kant opkijken (ook figuurlijk); (figuurlijk) I don't know which way to turn ik weet me geen raad; the other way around (of: about) andersom4opzicht: in a way in zekere zin; in more ways than one in meerdere opzichten5afstand, eind, stuk: a long way away (of: off) een heel eind weg, ver weg; go a long way to meet s.o. iem. een heel eind tegemoetkomen (ook figuurlijk)6(voort)gang, snelheid, vaart: be under way onderweg zijn; gather (of: lose) way vaart krijgen (of: minderen) (van schip); negotiations are well under way onderhandelingen zijn in volle gang7ruimte (ook figuurlijk), plaats, gelegenheid: clear the way (a) de weg banen; (b) (ook figuurlijk) ruim baan maken; give way (a) toegeven, meegeven; (b) (ook figuurlijk) wijken, voorrang geven; (c) doorzakken, bezwijken; make way for plaats maken voor; put s.o. in the way of sth. iem. op weg helpen (met iets), iem. aan iets helpen; out of the (of: one's) way uit de weg (ook figuurlijk); get sth. out of the way iets uit de weg ruimen, iets afhandelenways and means geldmiddelen; make way opschieten (ook figuurlijk); make one's (own) way (in life, in the world) in de wereld vooruitkomen; (figuurlijk) go one's own way zijn eigen weg gaan; go out of one's (of: the) way to … zijn (uiterste) best doen om …; have a way with elderly people met ouderen om weten te gaan; you can't have it both ways óf het een óf het ander; see one's way (clear) to doing sth. zijn kans schoon zien om iets te doen; by the way terloops, trouwens, à propos; they had done nothing out of the way zij hadden niets bijzonders gedaan; by way of example als voorbeeld; any way in ieder geval, hoe dan ook; either way hoe dan ook; (informeel) every which way overal, in alle hoeken en gaten; (Amerikaans; informeel) no way! geen sprake van! 2way (bijwoord) 1ver, lang, een eind: way back ver terug, (al) lang geleden

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.