Betekenis 'twinkling'
Je hebt gezocht op het woord: twinkling.
1twinkle (zelfstandig naamwoord) 1schittering, fonkeling: a mischievous twinkle een ondeugende flikkering2knipoog3trilling¶in a twinkle in een oogwenk
2twinkle (onovergankelijk werkwoord) 1schitteren, fonkelen (van ster): his eyes twinkled with amusement zijn ogen schitterden van plezier2trillen
3twinkle (overgankelijk werkwoord) 1knipperen met (ogen)
twinkling ¶in the twinkling of an eye in een ogenblik (of: mum van tijd)
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.