Betekenis 'trot'
Je hebt gezocht op het woord: trot.
1trot (zelfstandig naamwoord) 1draf(je), haastige beweging: be on the trot ronddraven, niet stilzitten2(meervoud: trots, informeel) diarree: have the trots aan de dunne zijn
2trot (onovergankelijk werkwoord) 1draven (ook van persoon)2(informeel) lopen, (weg)gaan
3trot (overgankelijk werkwoord) ¶trot out voor de dag komen met
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.