Betekenis 'ticketing'
Je hebt gezocht op het woord: ticketing.
1ticket (zelfstandig naamwoord) 1kaart(je), toegangsbewijs, plaatsbewijs: ticket tout zwarthandelaar in kaartjes2prijskaartje, etiket3bon, bekeuring: parking ticket bon voor foutparkeren; speeding ticket bon voor te hard rijden4(Amerikaans) kandidatenlijst¶that's just the ticket dát is het (precies), dát is precies wat we nodig hebben, dát is wat we zoeken
2ticket (overgankelijk werkwoord) 1etiketteren, prijzen2bestemmen, aanduiden3(Amerikaans) een bon geven
ticketing 1kaartverkoop
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.