Betekenis 'tick'
Je hebt gezocht op het woord: tick.
1tick (zelfstandig naamwoord) 1(dierkunde) teek2tik, getik (van klok)3momentje, ogenblikje: in two ticks in een wip4vink(je), (merk)teken(tje) (bij controle van lijst)5krediet, pof: on tick op de pof
2tick (onovergankelijk werkwoord) 1tikken: tick away (of: by) (a) tikken; (b) voorbijgaan (van tijd)¶what makes s.o. (sth.) tick wat iem. drijft; tick over (a) stationair draaien (van motor); (b) (informeel) zijn gangetje gaan
3tick (overgankelijk werkwoord) 1aanstrepen (op lijst)¶tick off een uitbrander geven
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.