Betekenis 'thrust'
Je hebt gezocht op het woord: thrust.
1thrust (zelfstandig naamwoord) 1stoot, duw, zet2steek (ook figuurlijk)3druk, (drijf)kracht4beweging, streven, richting5(militair) uitval
2thrust (onovergankelijk werkwoord; thrust, thrust) 1uitvallen, toestoten2dringen, worstelen: thrust in zich een weg banen naar binnen
3thrust (overgankelijk werkwoord; thrust, thrust) 1stoten2steken, stoppen: he thrust his hands into his pockets hij stak zijn handen in zijn zakken3duwen, dringen: she thrust her way through the crowd ze worstelde zich door de menigte heen¶thrust sth. upon s.o. iem. ergens mee opschepen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.