Betekenis 'throw'
Je hebt gezocht op het woord: throw.
1throw (zelfstandig naamwoord) 1worp, gooi
2throw (onovergankelijk werkwoord; threw, thrown) 1met iets gooien/werpen
3throw (overgankelijk werkwoord; threw, thrown) 1werpen, gooien, (figuurlijk ook) terecht doen komen: throw dice dobbelstenen gooien, dobbelen; the horse threw him het paard wierp hem af; throw o.s. into sth. zich ergens op werpen, zich enthousiast ergens in storten; be thrown (back) upon one's own resources op zichzelf worden teruggeworpen2richten, (toe)werpen, toezenden: he threw us a sarcastic look hij wierp ons een sarcastische blik toe3afschieten (projectiel)4omzetten, veranderen in5draaien (hout, aardewerk)6snel op zijn plaats brengen/leggen, maken: throw the switch to ‘off’ de schakelaar op ‘uit’ zetten7maken, hebben, organiseren: (informeel) throw a party een feest geven, een feestje bouwen8(informeel) verwarren, van de wijs brengen¶throw open openstellen; throw s.o. into confusion iem. in verwarring brengen
throw away 1weggooien2verspelen, missen: throw away a chance een kans verspelen3vergooien: throw one's money away on zijn geld weggooien aan
throw back 1teruggooien2openslaan, opzij werpen: throw back the blankets de dekens terugslaan¶be thrown back on moeten teruggrijpen naar, weer aangewezen zijn op
throw down 1neergooien2afbreken
throw in 1erin gooien, inwerpen2gratis toevoegen: I'll throw in an extra battery ik doe er nog een gratis batterij bij3terloops opmerken4(sport) ingooien
throw off 1zich bevrijden van, van zich af schudden2uitgooien, haastig uittrekken: throw off one's mask zijn masker afwerpen (ook figuurlijk)3uitstoten, (ook figuurlijk) produceren
throw out 1weggooien, wegdoen2verwerpen, afwijzen3uiten, suggereren4geven, uitzenden: throw out heat warmte uitstralen5in de war brengen: now all our calculations are thrown out nu zijn al onze berekeningen fout6wegsturen, eruit gooien
throw together 1bij elkaar brengen, samenbrengen: throw people together mensen met elkaar in contact brengen
1throw up (overgankelijk werkwoord) 1omhoog gooien, optillen: throw up one's eyes de ogen ten hemel slaan2voortbrengen3optrekken, opbouwen: throw up barricades barricaden opwerpen4opgeven, opzeggen: throw up one's job zijn baan vaarwel zeggen
2throw up (overgankelijk en onovergankelijk werkwoord) 1(informeel) overgeven, kotsen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.