Betekenis 'target'
Je hebt gezocht op het woord: target.
1target (zelfstandig naamwoord) 1doel, roos, schietschijf, (figuurlijk) streven, doeleinde: on target op de goede weg, in de goede richting2doelwit (van spot, kritiek), mikpunt
2target (overgankelijk werkwoord) 1mikken op: he targets his audiences carefully hij neemt zijn publiek zorgvuldig op de korrel
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.