Betekenis 'take'
Je hebt gezocht op het woord: take.
1take (zelfstandig naamwoord) 1vangst2opbrengst, ontvangst(en)3(film) opname4mening, zienswijze: what's your take on this? wat is uw mening hierover?, hoe denkt u hierover?
2take (onovergankelijk werkwoord; took, taken) 1pakken, aanslaan, wortel schieten2effect hebben, inslaan, slagen3bijten (van vis)4worden: he was taken ill hij werd ziek5vlam vatten¶Gerard takes after his father Gerard lijkt op zijn vader; I took against him at first sight ik mocht hem meteen al niet
3take (overgankelijk werkwoord; took, taken) 1nemen, grijpen, (beet)pakken: (figuurlijk) take my grandfather, he is still working neem nou mijn opa, die werkt nog steeds2veroveren, innemen, vangen, (schaakspel, damspel) slaan: (schaken) he took my bishop hij sloeg mijn loper; he took me unawares hij verraste mij3winnen, (be)halen4nemen, zich verschaffen, gebruiken: take the bus de bus nemen; this seat is taken deze stoel is bezet; do you take sugar in your tea? gebruikt u suiker in de thee?5vereisen, in beslag nemen: it won't take too much time het zal niet al te veel tijd kosten; have what it takes aan de eisen voldoen6meenemen, brengen: that bus will take you to the station met die bus kom je bij het station; take s.o. around iem. rondleiden; take s.o. aside iem. apart nemen7weghalen, wegnemen: take five from twelve trek vijf van twaalf af8krijgen, vatten, voelen: she took an immediate dislike to him zij kreeg onmiddellijk een hekel aan hem; take fire vlam vatten; take it into one's head het in zijn hoofd krijgen9opnemen, noteren, meten: let me take your temperature laat mij even je temperatuur opnemen10begrijpen: take for granted als vanzelfsprekend aannemen; I take it that he'll be back soon ik neem aan dat hij gauw terugkomt; take it badly het zich erg aantrekken; what do you take me for? waar zie je me voor aan?11aanvaarden, accepteren: take sides partij kiezen; you may take it from me je kunt van mij aannemen12maken, doen, nemen ((studie)vak): take a decision een besluit nemen; take an exam een examen afleggen; take notes aantekeningen maken; she took a long time over it zij deed er lang over13raken, treffen14behandelen (probleem enz.)15gebruiken, innemen¶take it or leave it graag of niet; take aback verrassen, van zijn stuk brengen, overdonderen; she was rather taken by (of: with) it zij was er nogal mee in haar schik; take it (up)on o.s. het op zich nemen, het wagen
take apart 1uit elkaar halen, demonteren2een vreselijke uitbrander geven
take away 1aftrekken2weghalen3verminderen, verkleinen, afbreuk doen aan: it takes sth. away from the total effect het doet een beetje afbreuk aan het geheel
take back 1terugbrengen, (figuurlijk) doen denken aan: it took me back to my childhood het deed me denken aan mijn jeugd2terugnemen, intrekken
take down 1afhalen, naar beneden halen2(vechtsport) neerhalen3opschrijven, noteren4uit elkaar halen, demonteren, slopen
take in 1in huis nemen, kamers verhuren aan2naar binnen halen, meenemen3omvatten, betreffen4innemen (kleding), (scheepvaart) oprollen (zeilen)5begrijpen, doorzien6(in zich) opnemen (omgeving e.d.), bekijken7bedriegen8geabonneerd zijn op
1take off (onovergankelijk werkwoord) 1zich afzetten2opstijgen, starten (ook figuurlijk; van project e.d.)3(snel) populair worden, succes hebben
2take off (overgankelijk werkwoord) 1uittrekken, uitdoen2meenemen, wegvoeren: she took the children off to bed zij bracht de kinderen naar bed3afhalen, weghalen, verwijderen4verlagen (m.b.t. prijs)5nadoen, imiteren6vrij nemen¶take o.s. off ervandoor gaan, zich uit de voeten maken
1take on (onovergankelijk werkwoord) 1tekeergaan, zich aanstellen
2take on (overgankelijk werkwoord) 1op zich nemen, als uitdaging accepteren2krijgen, aannemen (kleur), overnemen, in dienst nemen3het opnemen tegen, vechten tegen4aan boord nemen
take out 1mee naar buiten nemen, mee uit nemen, naar buiten brengen: (Amerikaans) take out food een afhaalmaaltijd meenemen; take s.o. out for a walk (of: meal) iem. mee uit wandelen nemen, iem. mee uit eten nemen2verwijderen, uithalen3tevoorschijn halen4nemen, aanschaffen: take out an insurance (policy) een verzekering afsluiten5buiten gevecht stellen (tegenstander)¶take it out of s.o. veel van iemands krachten vergen; don't take it out on him reageer het niet op hem af
take over 1overnemen, het heft in handen nemen2navolgen, overnemen
take to 1beginnen te, gaan doen aan, zich toeleggen op2aardig vinden, mogen: he did not take kindly to it hij moest er niet veel van hebben3de wijk nemen naar, vluchten naar: take to one's bed het bed houden; (bij protest) take to the streets de straat op gaan
1take up (onovergankelijk werkwoord) 1verder gaan (van verhaal, hoofdstuk)¶take up with bevriend raken met
2take up (overgankelijk werkwoord) 1optillen, oppakken: take up the hatchet de strijdbijl opgraven2absorberen (ook figuurlijk), opnemen, in beslag nemen: it nearly took up all the room het nam bijna alle ruimte in beslag3oppikken (reizigers)4ter hand nemen, gaan doen aan: take up a cause een zaak omhelzen; take up gardening gaan tuinieren5vervolgen (verhaal), hervatten6aannemen, aanvaarden, ingaan op: he took me up on my offer hij nam mijn aanbod aan7innemen (positie), aannemen (houding)¶I'll take you up on that daar zal ik je aan houden
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.