Betekenis 'strap'
Je hebt gezocht op het woord: strap.
1strap (zelfstandig naamwoord) 1riem, band(je)2strop, band, reep (ook van metaal)
2strap (overgankelijk werkwoord) 1vastbinden, vastgespen2(ook + up) verbinden, met pleisters afdekken
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.