Betekenis 'spoil'
Je hebt gezocht op het woord: spoil.
1spoil (zelfstandig naamwoord) 1buit, geplunderde goederen2(meervoud: spoils) voordelen, winst
2spoil (overgankelijk werkwoord; spoilt/spoiled, spoilt/spoiled) 1bederven, (doen) rotten, beschadigen, verpesten: spoil the fun het plezier vergallen2bederven, verwennen, vertroetelen¶be spoiling for a fight staan te trappelen om te vechten
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.