Betekenis 'spark'
Je hebt gezocht op het woord: spark.
1spark (zelfstandig naamwoord) 1vonk, (figuurlijk) sprank(je), greintje: a spark of compassion een greintje medelijden¶some bright spark left the tap running één of andere slimmerik heeft de kraan open laten staan
2spark (onovergankelijk werkwoord) 1vonken
3spark (overgankelijk werkwoord) 1ontsteken, doen ontbranden2aanvuren, aanwakkeren3uitlokken: spark off a war een oorlog uitlokken
spark up 1er eentje opsteken (sigaret)
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.