Betekenis 'sow'

Je hebt gezocht op het woord: sow.

1sow (zelfstandig naamwoord) 1zeug 2sow (overgankelijk werkwoord; sowed, sowed/sown) 1opwekken, de kiem leggen van: sow the seeds of doubt twijfel zaaien 3sow (overgankelijk en onovergankelijk werkwoord; sowed, sowed/sown) 1zaaien (ook figuurlijk), verspreiden2zaaien, (be)planten, poten

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.