Betekenis 'setting'
Je hebt gezocht op het woord: setting.
1set (zelfstandig naamwoord) 1stel, span, servies, set (pannen enz.), reeks: set of (false) teeth een (vals) gebit2kring, gezelschap, groep, kliek: the jet set de elite; the smart set de chic, de hogere standen (of: kringen)3toestel, radiotoestel, tv-toestel4stek, loot, jonge plant5set, spel, partij6(wiskunde) verzameling7vorm, houding (van hoofd), ligging (van heuvels): the set of her head de houding van haar hoofd8toneelopbouw, scène, (film)decor, (bij uitbreiding) studiohal, set: on (the) set op de set, bij de (film)opname
2set (bijvoeglijk naamwoord) 1vast, bepaald, vastgesteld, stereotiep, routine-, onveranderlijk: set phrase stereotiepe uitdrukking; set purpose vast vooropgesteld doel2voorgeschreven, opgelegd (boek, onderwerp)3strak, onbeweeglijk, stijf (gezicht), koppig, hardnekkig: set in one's ways met vaste gewoonten; set fair (a) bestendig (weer); (b) prettig, goed (vooruitzicht)4klaar, gereed: get set, ready, steady, go op uw plaatsen, klaar voor de start, af; be all set for sth. (of: to do sth.) helemaal klaar zijn voor iets (of: om iets te doen)5volledig en tegen vaste prijs (maaltijd in restaurant): set dinner dagschotel, dagmenu6geplaatst, gevestigd: eyes set deep in the head diepliggende ogen7vastbesloten: her mind is set on pleasure ze wil alleen plezier maken¶set square tekendriehoek
3set (onovergankelijk werkwoord; set, set) 1vast worden, stijf worden (van cement, gelei), verharden, stollen, een vaste vorm aannemen, bestendig worden (van weer)2ondergaan (van zon, maan): the sun had nearly set de zon was bijna onder3aan elkaar groeien (van gebroken been)
4set (overgankelijk werkwoord; set, set) 1zetten, plaatsen, stellen, leggen, doen zitten: set a trap een val zetten; set free vrijlaten, bevrijden; set pen to paper beginnen te schrijven2gelijkzetten (klok, uurwerk)3opleggen, opdragen, opgeven, geven (voorbeeld), stellen, opstellen, (samen)stellen (vragen e.d.): set s.o. a good example iem. het goede voorbeeld geven; set s.o. a task iem. een taak opleggen; set to work zich aan het werk zetten, beginnen te werken4bepalen (datum), voorschrijven, aangeven (maat, pas, toon, tempo), vaststellen: set the fashion de mode bepalen; set a price on sth. de prijs van iets bepalen5brengen, aanleiding geven tot, veroorzaken: that set me thinking dat bracht me aan het denken6stijf doen worden (cement, gelei e.d.)7instellen (camera, lens, toestel)8dekken (tafel): set the table de tafel dekken9zetten (letters, tekst)10uitzetten (wacht, netten), posteren: set a watch een schildwacht uitzetten11zetten (gebroken been), bij elkaar voegen, samenvoegen12op muziek zetten (tekst): set to music op muziek zetten13situeren (verhaal, toneelstuk): the novel is set in the year 2020 de roman speelt zich af in het jaar 202014vestigen (record): set a new record een nieuw record vestigen¶set (up)on s.o. iem. aanvallen; against that fact you must set that … daartegenover moet je stellen dat …; set s.o. against s.o. iem. opzetten tegen iem.; set s.o. beside s.o. else iem. met iem. anders vergelijken
setting 1ondergang (zon, maan)2stand, instelling (op instrument, machine)3omlijsting, achtergrond: the story has its setting in Sydney het verhaal speelt zich af in Sydney4montering, aankleding (film, toneelstuk)
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.