Betekenis 'score'

Je hebt gezocht op het woord: score.

1score (zelfstandig naamwoord) 1stand, puntentotaal, score: level the score gelijkmaken2(doel)punt (ook figuurlijk), rake opmerking, succes: (figuurlijk) score off one's opponent een punt scoren tegen zijn tegenstander3getrokken lijn, kerf, kras, striem, schram, lijn4reden, grond: on the score of vanwege5grief: pay off (of: settle) old scores een oude rekening vereffenen6onderwerp, thema, punt: on that score wat dat betreft7(muziek) partituur, (bij uitbreiding) muziek (voor musical e.d.)know the score weten hoe de zaken er voorstaan 2score (onovergankelijk werkwoord) 1scoren, (doel)punt maken, puntentotaal halen (bv. in test)2de score noteren3succes hebben4geluk hebbenscore off s.o. iem. aftroeven 3score (overgankelijk werkwoord) 1lijn(en) trekken, (in)kerven, schrammen: score out (of: through) doorstrepen2scoren, maken (punt), (figuurlijk) behalen, boeken (succes), winnen3tellen voor, waard zijn (van punt, run)4toekennen (punten), geven5een score halen van (bv. in test)6fel bekritiseren, hekelen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.