Betekenis 'ranking'

Je hebt gezocht op het woord: ranking.

1rank (zelfstandig naamwoord) 1rij, lijn, reeks2gelid, rij: the rank and file de manschappen, (figuurlijk) de gewone man; close (the) ranks de gelederen sluiten3taxistandplaats4rang, positie, graad, de hogere stand: raised to the rank of major tot (de rang van) majoor bevorderd; pull rank op zijn strepen gaan staanpull rank on s.o. misbruik maken van zijn macht ten opzichte van iem. 2rank (bijvoeglijk naamwoord) 1(te) weelderig, (te) welig: rank weeds welig tierend onkruid2te vet (van bodem)3stinkend4absoluut: (figuurlijk) rank injustice schreeuwende onrechtvaardigheid 3rank (onovergankelijk werkwoord) 1zich bevinden (in bepaalde positie), staan, behoren: this book ranks among (of: with) the best dit boek behoort tot de beste; rank as gelden als2(Amerikaans) de hoogste positie bekleden 4rank (overgankelijk werkwoord) 1opstellen, in het gelid plaatsen2plaatsen, neerzetten, rangschikken: rank s.o. with Stan Laurel iem. op één lijn stellen met Stan Laurel ranking 1classificatie, (positie in een) rangorde

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.