Betekenis 'planning'
Je hebt gezocht op het woord: planning.
1plan (zelfstandig naamwoord) 1plan: what are your plans for tonight? wat ga je vanavond doen?2plattegrond3ontwerp, opzet: plan of action (of: campaign, battle) plan de campagne4schema, ontwerp
2plan (onovergankelijk werkwoord) 1plannen maken: he hadn't planned for (of: on) so many guests hij had niet op zoveel gasten gerekend; plan on doing sth. er op rekenen iets te (kunnen) doen
3plan (overgankelijk werkwoord) 1in kaart brengen, schetsen, ontwerpen2plannen, van plan zijn: he had it all planned out hij had alles tot in de details geregeld
planning 1planning, ordening
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.