Betekenis 'one'
Je hebt gezocht op het woord: one.
1one (zelfstandig naamwoord) 1één: the figure one het cijfer één; by ones and twos alleen of in groepjes van twee, (figuurlijk) heel geleidelijk¶her loved ones haar dierbaren
2one (voornaamwoord) 1(er) een, (er) eentje: the best ones de beste(n); you are a fine one jij bent me d'r eentje; give him one geef hem er een van, geef hem een knal; let's have (a quick) one laten we er (gauw) eentje gaan drinken; the one that I like best degene die ik het leukst vind; he was one up on me hij was me net de baas; this one's on me ik trakteer!; this one deze hier2men: one must never pride o.s. on one's achievements men mag nooit prat gaan op zijn prestaties3een zeker(e), één of ander(e), ene: one day he left op een goeie dag vertrok hij; one Mr Smith called for you een zekere meneer Smith heeft voor jou gebeld4één, enig, (figuurlijk) dezelfde, hetzelfde, (als versterker) hartstikke: this is one good book dit is een hartstikke goed boek; from one chore to another van het ene klusje naar het andere; they are all one colour ze hebben allemaal dezelfde kleur; one day out of six één op de zes dagen, om de zes dagen; my one and only friend mijn enige echte vriend¶for one thing (a) ten eerste; (b) (al was het) alleen maar omdat; neither one thing nor the other vlees noch vis, halfslachtig
3one (telwoord) 1één: one after another een voor een, de een na de andere; one by one een voor een, de een na de ander; one to one één op één, één tegen één¶one and all iedereen, jan en alleman; I was one too many for him ik was hem te slim af; like one o'clock als een gek, energiek; I, for one, will refuse ik zal in ieder geval weigeren
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.