Betekenis 'nursing'
Je hebt gezocht op het woord: nursing.
1nurse (zelfstandig naamwoord) 1verpleegkundige, verpleegster, verpleger: male nurse verpleger, ziekenbroeder; nurse! zuster!2kindermeisje3voedster
2nurse (onovergankelijk werkwoord) 1zuigen, aan de borst zijn: be nursing at one's mother's breast de borst krijgen
3nurse (overgankelijk werkwoord) 1verplegen, verzorgen2zogen, borstvoeding geven: nursing mother zogende moeder3behandelen, genezen: nurse s.o. back to health door verpleging iem. weer gezond krijgen4bevorderen, koesteren: nurse a grievance (of: grudge) against s.o. een grief (of: wrok) tegen iem. koesteren
nursing 1verpleging, verzorging, verpleegkunde
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.