Betekenis 'moving'

Je hebt gezocht op het woord: moving.

1move (zelfstandig naamwoord) 1beweging: get a move on (a) in beweging komen, aanpakken; (b) opschieten; large forces were on the move grote strijdkrachten waren op de been2verhuizing, trek: be on the move op reis zijn, aan het zwerven zijn, op trek zijn (van vogels)3zet, beurt, slag: make a move een zet doen; it's your move jij bent aan zet4stap, maatregel, manoeuvre: make a move (a) opstaan (van tafel); (b) opstappen, het initiatief nemen; (c) maatregelen treffen, in actie komen 2move (onovergankelijk werkwoord) 1(zich) bewegen, zich verplaatsen, van positie veranderen: it's time to be moving het is tijd om te vertrekken; move along doorlopen, opschieten; move over inschikken, opschuiven2vooruitkomen, opschieten: suddenly things began to move plotseling kwam er leven in de brouwerij; keep moving! blijf doorgaan!, doorlopen!3(bordspel) een zet doen, zetten, aan zet zijn4verkeren, zich bewegen: he moves in the highest circles hij beweegt zich in de hoogste kringen5verhuizen, (weg)trekken, zich verzetten: they moved into a flat ze betrokken een flat6een voorstel doen: move for adjournment verdaging voorstellen 3move (overgankelijk werkwoord) 1bewegen, (ver)roeren, in beweging brengen: the police moved them along de politie dwong hen door te lopen2verplaatsen, (bordspel) zetten, verschuiven3opwekken, (ont)roeren, raken, aangrijpen: he is moved to tears hij is tot tranen toe geroerd4aanzetten, aansporen: be moved to zich geroepen voelen om te moving 1ontroerend2bewegend: (Amerikaans) moving picture film

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.