Betekenis 'lower'
Je hebt gezocht op het woord: lower.
1low (zelfstandig naamwoord) 1laag terrein, laagte2dieptepunt, laag punt: an all-time low een absoluut dieptepunt3geloei, gebulk4lagedrukgebied
2low (bijvoeglijk naamwoord) 1laag, niet hoog, niet intensief: the Low Countries de lage landen; lowest common denominator kleinste gemene deler; lowest common multiple kleinste gemene veelvoud; low point minimum, dieptepunt; low tide laagwater, eb2laag(hartig): low trick rotstreek3plat, ordinair: low expression ordinaire uitdrukking4zacht, stil, niet luid, laag (toon): speak in a low voice zacht praten5ongelukkig, depressief: low spirits neerslachtigheid6verborgen, onopvallend: lie low zich gedeisd houden7zwak, slap, futloos¶keep a low profile zich gedeisd houden; bring low (a) aan lagerwal brengen; (b) uitputten; (c) ziek maken
3low (werkwoord) 1loeien
4low (bijwoord) 1laag, diep: aim low laag mikken2zacht, stil3diep (van geluid), laag4bijna uitgeput: run low opraken, bijna op zijn
1lower (bijvoeglijk naamwoord; vergrotende trap van low) 1lager, lager gelegen, onder-, van lage(r) orde: lower classes lagere stand(en); lower deck benedendek2neder-, beneden-: the Lower Rhine de Neder-Rijn¶Lower Chamber (of: House) Lagerhuis (Britse Tweede Kamer)
2lower (onovergankelijk werkwoord) 1afnemen, minder worden, dalen, zakken
3lower (overgankelijk werkwoord) 1verlagen, doen zakken2neerlaten, laten zakken: lower one's eyes de ogen neerslaan3verminderen, doen afnemen: lower one's voice zachter praten
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.