Betekenis 'lead'
Je hebt gezocht op het woord: lead.
1lead (zelfstandig naamwoord) 1lood2(diep)lood, peillood, paslood3(potlood)stift, grafiet¶swing the lead zich drukken, lijntrekken
2lead (zelfstandig naamwoord) 1leiding, het leiden: take the lead de leiding nemen, het initiatief nemen2aanknopingspunt, aanwijzing, suggestie: give s.o. a lead iem. op weg helpen, iem. een hint geven3leiding, koppositie, eerste plaats4voorsprong5hoofdrol, (bij uitbreiding) hoofdrolspeler6(honden)lijn, hondenriem
3lead (overgankelijk werkwoord; led, led) 1(weg)leiden, (mee)voeren (bij de hand, aan een touw e.d.)2brengen tot, overhalen, aanzetten tot: lead s.o. to think that iem. in de waan brengen dat3leiden (bestaan, leven): lead a life of luxury een weelderig leven leiden¶lead away meeslepen, blind(elings) doen volgen; lead (s.o.) on (a) (iem.) overhalen (tot); (b) iem. iets wijsmaken; lead up to (a) (uiteindelijk) resulteren in; (b) een inleiding (of: voorbereiding) zijn tot
4lead (overgankelijk en onovergankelijk werkwoord; led, led) 1leiden, voorgaan, de weg wijzen, begeleiden2aan de leiding gaan, aanvoeren, op kop liggen, (sport) voorstaan, een voorsprong hebben op, (figuurlijk) de toon aangeven: Liverpool leads with sixty points Liverpool staat bovenaan met zestig punten3voeren, leiden (van weg, route), (figuurlijk) resulteren in: lead to disaster tot rampspoed leiden4leiden, aanvoeren, het bevel hebben (over)¶lead off (with) beginnen (met)
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.