Betekenis 'ice'
Je hebt gezocht op het woord: ice.
1ice (zelfstandig naamwoord) 1ijs: (figuurlijk) put sth. on ice iets in de ijskast zetten, iets uitstellen2vruchtenijs, waterijs(je)3(Brits) ijs(je)4(slang) ice (methamfetamine)¶break the ice het ijs breken; cut no (of: not much) ice (with s.o.) geen (of: weinig) indruk maken (op iem.)
2ice (werkwoord) 1bevriezen, dichtvriezen: ice over dichtvriezen¶iced drinks (ijs)gekoelde dranken
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.